Bewegend leren tijdens de week voor de gezonde jeugd

De week voor de gezonde jeugd komt er weer aan. 5 tot en met 10 maart zet Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG) zich samen met gemeente en school in voor de gezondheid van jongeren. Speciaal voor deze week: vier leuke bewegend leren activiteiten voor jouw klas!

1. Rekenen suicide

Deze sportieve buitenactiviteit is super leuk om sommen te automatiseren! Het enige wat je nodig hebt is helder weer en stoepkrijt:

Als leerkracht zet je 10 lijnen met stoepkrijt op het schoolplein met 1,5 meter uit elkaar. Iedere lijn staat voor een getal (0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9). Zet de getallen voor de duidelijkheid naast de lijnen.
Nu kunnen we beginnen!

Alle kinderen gaan op de eerste lijn staan. We doen een kleine warming-up:
De leerkracht roept: 1! Waarna de kinderen naar lijn 1 rennen. De leerkracht roept 9! Waarna de kinderen naar lijn 9 rennen. Wanneer de kinderen snappen hoe de activiteit werkt ga je naar de volgende stap:

 

De leerkracht roept: 2+6! De kinderen moeten nu naar 8 rennen, want 2 + 6 is natuurlijk 8! Kinderen zullen hier aan het begin moeite mee hebben, maar zullen het snel leren. Als leerkracht kun je het een stukje moeilijker maken door sommen te roepen met een uitkomst hoger dan 10. Wanneer de leerkracht 6+6 roept rennen kinderen eerst naar lijn 1 en hierna snel naar lijn 2. Niet alleen kan optellen geoefend worden, maar ook aftrekken.

Voor de echte knappe koppen kan de leerkracht ook kiezen voor de tafelsommen:
Wat is 6x7?! De kinderen zullen even goed na moeten denken en rennen hierna naar de 4 en dan de 2.

2. Gooi Vraag Reageer

We kennen allemaal het boek de GVR (grote vriendelijke reus), maar het GVR spel is onbekend gebleven. Een leuk spel dat in de klas gespeeld kan worden om te oefenen met rekenen, spelling en topografie! Het enige wat je nodig hebt is een (tennis-, basket- of voet-) bal.

De klas vormt een kring, groot genoeg zodat kinderen de ruimte hebben om hun armen heen en weer te zwaaien zonder andere kinderen te raken. In het midden van de kring staat de leerkracht.

De leerkracht gooit de bal naar een kind en stelt een vraag. Bijvoorbeeld: Wat is de hoofdstad van Duitsland? Het kind geeft antwoord op de vraag: Brussel! En gooit de bal weer terug naar de leerkracht, waarna de leerkracht de bal weer naar een ander kind gooit.

Het spel is erg leuk en moet snel gespeeld worden.

Een paar voorbeeldjes per vakgebied:
Rekenen: Wat is 7x8?
Spelling: D of T bij Hij speelt?
Topografie: Wat is de hoofdstad van Zuid-Holland?

Tip: check de klas op breekbare spullen. Niet ieder kind kan even goed richten!

3. Levend kamertje verhuren

Wanneer je aan kamertje verhuren denkt, denk je aan een blad met puntjes die je aan elkaar moet verbinden om een vierkantje (kamertje) te maken. Erg leuk, maar niet erg actief. Levend kamertje verhuren is hier de oplossing voor. Even leuk en ook nog actief!

Benodigdheden: Verschillende kleuren stoepkrijt en een fanatieke klas.

Op het schoolplein zet de leerkracht een aantal puntjes. 36 puntjes moet genoeg zijn voor een klas van 20 kinderen. Je kunt het speelveld zo groot maken als je zelf wilt met meer puntjes, maar denk er hierbij wel aan: Hoe groter het speelveld, hoe langer het spel duurt.

De klas wordt opgedeeld in twee teams. De twee teams staan in een rij 5 tot 10 meter van het speelveld af. De bedoeling is dat de twee teams kamertje verhuren spelen. Van ieder team rent één kind naar het veld en zet een streep om twee puntjes te verbinden. Het kind rent terug en geeft het stoepkrijt aan de volgende in de rij, het volgende kind rent, verbindt twee puntjes en rent terug, enz. Welk team weet de meeste kamertjes te maken?

4. Taal Estafette

Estafette kent iedereen natuurlijk! Het is erg actief, maar je kunt er ook taal mee oefenen!
Wat je nodig hebt: vier pennen, genoeg gelinieerd papier en vier krukken.

De vier teams verzamelen zich op het schoolplein ongeveer 7 meter van een rijtje van vier krukken. De krukken staan, net als de vier teams, ongeveer een meter uit elkaar.

Staat alles klaar? Dan kunnen we beginnen!

De leerkracht zegt dat hij/zij woorden wil zien die beginnen met een S. Wanneer de leerkracht zegt dat de teams mogen starten rent het eerste kind van ieder groepje naar de kruk die recht voor het team staat. Kinderen schrijven woorden met letter S op: Slang, stift, schrift, stoel, sap, etc. Na 30 seconden is de tijd om en roept de leerkracht dit om. We beginnen opnieuw maar dan met de letter C aan het begin van een woord. De teams rennen en schrijven weer.
Welk team weet de meeste woorden goed te schrijven?